In de EONS 2023-sessie over gBRCAm HER2-negatieveborstkanker werd aandacht gevraagd voor de rol van verpleegkundigen bij de behandeling van dit type borstkanker. Dit satellietsymposium werd gesponsord door MSD en de sessie werd voorgezeten door Julio C. De La Torre. Het symposium werd afgetrapt door Santiago Gonzalez-Santiago, die een presentatie gaf over het genetische risico op borstkanker en chirurgische ingrepen bij borstkanker. Vervolgens gaf Yvonne Hanhauser een presentatie over risicomanagement van BRCA-gemuteerde borstkanker. Daarna kwam Santiago Gonzalez-Santiago wederom aan het woord, dit maal om te spreken over de overwegingen van verpleegkundigen bij behandelingen met PARP-remmers. De sessie werd afgesloten met een presentatie van Eva Schumacher-Wulf, die vanuit het perspectief van de patiënt vertelde over hoe patiënten de borstkankerzorg ervaren. De nadruk lag daarbij op gezamenlijke besluitvorming en een aanpak waarbij de patiënt centraal staat.
Nadat voorzitter Julio C. De La Torre de symposiumbezoekers hartelijk welkom had geheten, werd de sessie afgetrapt met een presentatie door dr. Santiago Gonzalez-Santiago, medisch oncoloog en genetica-expert in het Hospital Universitario San Pedro de Alcantra in Spanje. Daarbij gaf hij een introductie over de incidentie van borstkanker en vertelde hij dat de meeste gevallen van borstkanker HER2-negatief zijn.1 Bij 5-15% van de borstkankergevallen is er sprake van een mutatie in het BRCA-gen.2 Hoewel vroege borstkanker tegenwoordig goed behandeld kan worden, lopen hoog-risico patiënten nog steeds een aanzienlijk risico op het krijgen van een recidief tijdens hun behandeling.1 Gonzalez-Santiago vervolgende met een aantal slides over de associatie tussen BRCA-mutaties en het risico op het ontwikkelen van kankers zoals borstkanker, eierstokkanker, prostaatkanker en alvleesklierkanker. Een gemuteerd BRCA-gen is geassocieerd met een slechte prognose en verhoogd risico op een recidief bij borstkanker. Omdat de mutatiestatus van het BRCA-gen de chirurgische strategie beïnvloedt, is het van groot belang dat patiënten met borstkanker getest worden voor de aanwezigheid van een BRCA-mutatie.3
Verpleegkundig specialist borstzorg Yvonne Hanhauser van het Trinity St James’s Cancer Institute in Ierland gaf vervolgens een presentatie over risicomanagement bij vrouwen met borstkanker en een BRCA-mutatie. Gezamenlijke besluitvorming betrekt de patiënt bij de keuzes over de behandeling en is tegenwoordig een essentieel onderdeel van het leveren van goede zorg. Patiënten kunnen daarvoor gebruik maken van hulpmiddelen die hen ondersteunen in deze gezamenlijke besluitvorming. Deze hulpmiddelen bieden de patiënt meer informatie, waardoor het de patiënt makkelijker wordt gemaakt om een weloverwogen keuze te maken. Er zijn drie soorten strategieën die ingezet kunnen worden om de risico’s van mensen met een hoog risico op borstkanker te managen: vroege detectie van kanker door regelmatige screening, risciobeperkende chirurgische ingrepen waarbij het borstweefsel preventief wordt verwijderd of preventieve medicatie in de vorm van chemopreventie, bijvoorbeeld met tamoxifen. Ten slotte vertelde Hanhauser over een onderzoek waar zij onderdeel vanuit maakt. In het onderzoek wordt een hulpmiddel ontwikkeld waarmee vrouwen met een BRCA-mutatie ondersteund worden in het maken van keuzes omtrent hun (preventieve) behandeling.
Gonzalez-Santiago gaf nog een presentatie, dit maal over het gebruik van PARP-remmers voor de behandeling van borstkanker. PARP-remmers zijn effectief bij de behandeling van tumoren in patiënten met genetische mutaties, bijvoorbeeld mutaties in BRCA1 en BRCA2. Op dit moment wordt de werkzaamheid van meerdere PARP-remmers onderzocht, waaronder olaparib, niraparib, rucaparib, talazoparib en veliparib. Olaparib is goedgekeurd in de EU voor de behandeling van eierstokkanker, borstkanker, alvleesklierkanker en prostaatkanker indien er bij de patiënt sprake is van een gemuteerd BRCA-gen. In de fase III-studie OlympiA werd de werkzaamheid en veiligheid van olaparib onderzocht bij patiënten met hoogrisico, niet-gemetastaseerd HER2-negatieve borstkanker met een BRCA1/2-muatie.4 Behandeling met olaparib bleek effectief en verdraagzaam bij deze patiëntenpopulatie.
Het satellietsymposium werd afgesloten met een presentatie van Eva Schumacher-Wulf van Mamma Mia!, een Duits tijdschrift door en voor patiënten met borstkanker. Schumacher-Wulf werd in 2005 gediagnosticeerd met borstkanker en vond de informatievoorziening voor patiënten op dat moment ontoereikend. Tijdens haar presentatie vertelde ze over de uitdagingen die patiënten met BRCA-gemuteerde borstkanker ervaren, zoals beperkte maatschappelijke kennis over genetische borstkanker, onvoldoende toegang tot genetische screening en ontoereikende communicatie over chirurgische mogelijkheden. Daarbij benadrukt Schumacher-Wulf de belangrijke rol van oncologieverpleegkundigen, met name bij gezamenlijke besluitvorming.