Tijdens het EONS-congres werd een sessie onder leiding van Eva Pape gewijd aan het belang van ondersteunende zorg bij kankerbehandeling. Andreas Charalambous besprak eHealth-literacy en presenteerde toepassingen van augmented reality om het begrip van oncologische behandeling te verbeteren. Elvie Kolsteren benadrukte de noodzaak van psychosociale ondersteuning voor patiënten met gevorderde kanker. Karin Brochstedt Dieperink besprak het cruciale belang van verpleegkundigen bij het beheer van late effecten van kanker. Lena Sharp heeft de European Cancer Nursing Index gepresenteerd, waaruit blijkt dat de oncologische verpleegzorg in alle Europese landen moet worden versterkt om hoogwaardige en veilige oncologische zorg te waarborgen. Lise-Marie Kinnaer benadrukte het belang van zelfmanagement en bewustmaking bij gezondheidswerkers voor patiënten die orale kankerbehandeling ondergaan.
Andreas Charalambous besprak de toenemende invloed van nieuwe technologieën in de ondersteunende zorg. Als voormalig voorzitter van de European Oncology Nursing Society (EONS) en huidig voorzitter van de European Cancer Organisation (ECO) benadrukt hij het belang van eHealth-literacy, een samensmelting van digitale geletterdheid en gezondheidsgeletterdheid.
Charalambous benadrukte ook het gebruik van immersieve realiteit in de radiotherapie om het begrip van het behandeltraject te vergroten en de angst bij patiënten te verminderen. Hij presenteerde PROFILER, een mobiele augmented reality-applicatie, en Oncokompas, een webgebaseerde zelfbeheerapplicatie die overlevenden van kanker helpt om zelf symptomen te monitoren, geautomatiseerde op maat gemaakte informatie te verkrijgen en gepersonaliseerde toegang tot ondersteunende zorgopties te krijgen. Deze op de patiënt gerichte aanpak streeft naar een verbetering van de kwaliteit van leven van kankeroverlevenden door middel van gepersonaliseerde opvolging.
Andreas Charalambous benadrukt in zijn EONS presentatie ook het belang van innovatieve behandelingen die de levering van oncologische zorg transformeren, met de klem op de complementariteit tussen technologie en menselijke interactie.
Elvie Kolsteren, doctoraat kandidaat in medische psychologie aan het Radboud UMC in Nederland, deelde haar resultaten van een studie over het leven op lange termijn met gevorderde kanker en systemische behandeling.
Resultaten van een studie die gestart werd in 2020, in samenwerking met de Dutch Cancer Society, tonen een aanzienlijke impact op het sociale leven, hoop, angst en verlies bij patiënten. Leven met gevorderde kanker creëert een aanhoudend gevoel van onzekerheid, waarbij de dringende behoefte aan psychosociale ondersteuning benadrukt wordt.
Deze complexe realiteit beïnvloedt niet alleen de patiënten, maar ook de gezondheidsprofessionals die zich vaak onmachtig voelen bij het organiseren van geschikte zorg. Elvie Kolsteren wees er op dat de resultaten van de studie oproepen tot een groter bewustzijn en concrete acties om tegemoet te komen aan de psychosociale behoeften van patiënten met gevorderde kanker, en zo een betere levenskwaliteit gedurende hun hele traject te waarborgen.
Karin Brochstedt Dieperink, universitair hoofddocent in Cancer & Family care en onderzoeker aan de Universiteit van Odense, vervolgde de sessie en benadrukte het cruciale belang van verpleegkundigen bij het ontwerpen en coördineren van zorgplannen voor kankeroverlevenden. Een studie, gebaseerd op meer dan 220 patiënten, onthult dat 59% last heeft van vermoeidheid, 54% van pijn, 53% van cognitieve achteruitgang, 51% van slaapstoornissen en 50% van de angst voor terugkeer van de ziekte.
In de zogenaamde late effect clinic (LEC) spelen oncologieverpleegkundigen een sleutelrol. Hun expertise strekt zich uit tot holistische beoordelingen, gespecialiseerde opvolging en therapeutische communicatie met patiënten en hun families. Terwijl nieuwe LECs opkomen, is het cruciaal om de specifieke rollen van verpleegkundigen duidelijk te definiëren om erkenning en waardering te waarborgen. Vragen over de vergelijking van rollen, benodigde vaardigheden en optimaal leiderschap blijven nog te verkennen.
Lena Sharp, hoofd van de afdeling bij het Regionaal Kankercentrum Stockholm Gotland, Zweden, presenteerde de European Cancer Nursing Index (ECNI) , ontwikkeld door de EONS Advocacy Working Group. Dit uitgebreide instrument geeft een beeld van de stand van zaken van de verpleegkunde in de oncologie in Europa.
Enquête (online, 2022, 630 reacties, 32 landen)
Specifieke zorgen met betrekking tot de veiligheid van patiënten, werkomstandigheden en impact werden geïdentificeerd. Daarnaast werd opgemerkt dat de erkenning van oncologische zorg en veiligheid over het algemeen licht is toegenomen, waarschijnlijk als gevolg van meer ontwikkelde nurse-led care.”
De ECNI wordt opgevolgd in 2024 om de vooruitgang te evalueren.
Sharp besloot haar interventie door te benadrukken dat de oncologische verpleegzorg in alle Europese landen moet worden versterkt om hoogwaardige en veilige oncologische zorg te waarborgen. Wetenschappelijke publicaties en pleitbezorging hieromtrent moeten voortgezet worden.
Tot slot besprak Marie Kinnaer, postdoctoraal onderzoeker aan de UGent, de uitdagingen in de zorg voor patiënten die behandeld worden met orale antikankertherapie. Ze belichtte de uitdagingen vanuit het perspectief van zowel patiënten als zorgprofessionals.
Ze presenteerde de resultaten van een studie uitgevoerd in 12 oncologische afdelingen in Vlaanderen bij 266 patiënten en 275 zorgprofessionals. Het gebruikte instrument was een vragenlijst gebaseerd op 82 cruciale elementen voor patiëntgerichte zorg. Ondanks goede prestaties op veel gebieden blijven er hiaten bestaan.
Kinnaer benadrukte de uitdagingen voor de gezondheidszorg met betrekking tot orale antikankerbehandelingen en benadrukte het groeiende belang van zelfmanagement vanwege de effecten hiervan op therapietrouw en toxiciteit. Het essentiële belang van zorgprofessionals bij het ondersteunen van het zelfmanagement van patiënten en het leveren van patiëntgerichte zorg werd door Kinnaer benadrukt.