In 2020 werden wereldwijd meer dan een half miljoen mensen gediagnosticeerd met hoofd-halskanker.1 De behandeling hiervoor bestaat meestal uit een intensief traject met een operatie, radiotherapie en/of chemoradiotherapie.2 Door de locatie van de tumor en de bestraling krijgen patiënten vaak last van neveneffecten zoals mucositis, een droge mond, problemen met kauwen en slikken, pijn bij het slikken en misselijkheid. Als gevolg hiervan lopen patiënten een hoog risico op ondervoeding en gewichtsverlies.3 En dat is ernstig, want gewichtsverlies en ondervoeding zijn gerelateerd aan slechtere behandeluitkomsten bij patiënten met hoofd-halskanker.4,5 Onlangs zijn de resultaten van een Deens onderzoek naar het voorkomen van gewichtsverlies bij deze patiënten gepubliceerd.6
De European Society for Clinical Nutrition and Metabolism heft een richtlijn opgesteld met betrekking tot de optimale voeding voor patiënten die niet-chirurgische kankerbehandelingen ondergaan.7 Naleving van deze richtlijn wordt aanbevolen als onderdeel van het zorgtraject van patiënten met kanker. Tot op heden was niet volledig duidelijk welke factoren van essentieel belang zijn voor de effectiviteit van voedingsinterventies bij patiënten met kanker. Om hier meer inzicht in te krijgen, is een systematische literatuurstudie uitgevoerd door een groep Deense onderzoekers.
Met behulp van een systematische literatuurstudie werd gezocht naar bestaand wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit van voedingsinterventies die uitgevoerd worden door zorgverleners én naar de inhoud van interventies die gewichtsverlies kunnen voorkomen bij patiënten met hoofd-halskanker die (chemo)radiotherapie ondergaan. De literatuurstudie werd uitgevoerd volgens de veelgebruikte PRISMA-richtlijnen voor systematische literatuurstudies. Hierbij werden kwantitatieve studies uit verschillende databanken (PubMed, CINAHL, Cochrane Library, Scopus) verzameld en werden gewichtsverlies en voedingsstatus als belangrijkste uitkomsten gekozen. Er werden verschillende soorten studies geïncludeerd in de analyse, waaronder gerandomiseerde klinische studies, quasi-experimentele studies, cohortstudies, ‘case-control’-studies en ‘pre-post’-studies. De interventies in de geselecteerde studies vonden intra- of extramuraal plaats.
In totaal werden 27 relevante studies geïdentificeerd door de onderzoekers. In de meeste van deze studies lag de nadruk op de effecten van orale nutritionele supplementen en geïndividualiseerde voedingsadviezen. Uit het literatuuronderzoek bleek dat een combinatie van supplementen en een wekelijks voedingsadvies voordelig is voor patiënten. Belangrijke factoren die de voedingsinname bij patiënten ondersteunen zijn de mate van naleving van voedingsadviezen, bijwerkingenmanagement, betrokkenheid van de familie en zowel de kennis als attitude van zorgverleners. Uit de meta-analyse die vervolgens in dit onderzoek is uitgevoerd, bleek dat alleen supplementen of voedingsadvies geen significant effect hebben op het gewichtsverlies of de voedingsstatus van patiënten. Maar wanneer deze twee interventies worden gecombineerd, wordt wel een statistisch significant effect op het voorkomen van gewichtsverlies en de nutritionele status van patiënten gezien.
Uit dit onderzoek is gebleken dat patiënten met hoofd-halskanker die (chemo)radiotherapie krijgen baat hebben bij een combinatie van orale nutritionele supplementen en wekelijkse geïndividualiseerde voedingsadviezen. Daarbij moet gefocust worden op het verhogen van de naleving van deze adviezen en de supplementinname én is ondersteuning nodig vanuit een multidisciplinair team voor het managen van bijwerkingen. Hiervoor is het essentieel dat zorgverleners voldoende kennis hebben over het belang van goede en voldoende voeding tijdens de kankerbehandeling.
Referenties