In België krijgen jaarlijks ongeveer 1.800 adolescenten en jongvolwassenen (‘Adolescents and Young Adults’, AYA’s) tussen de 16 en 35 jaar een nieuwe kankerdiagnose.1 Daarmee maken ze ongeveer 2% van alle nieuwe kankerdiagnoses uit.2 AYA’s vormen een unieke groep patiënten. Deze levensfase wordt namelijk gekarakteriseerd door vele ontwikkelingstaken, waaronder het vormen van hun identiteit, het ontwikkelen van een eigen normen- en waardenkader, het verwerven van autonomie en het onafhankelijk worden van ouders.3