De overlevingskansen van Belgische patiënten met borstkanker zijn veel groter in een van de 72 erkende gespecialiseerde borstklinieken dan in een niet-erkend centrum. Dat bleek recent uit een grote studie van het Federaal Kenniscentrum voor Volksgezondheid (KCE), dat meer dan 46.000 patiënten opvolgde. De onderzoekers stelden vast dat patiënten die een diagnose van borstkanker kregen, 30 procent meer kans hadden om binnen de vijf jaar na de diagnose te sterven aan borstkanker als ze zich lieten behandelen in een niet-erkend centrum voor borstkanker. Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen in België: meer dan 10.000 patiënten krijgen jaarlijks de diagnose.
Stichting tegen Kanker onderschrijft de aanbeveling om het multidisciplinair consult (MOC) en de chirurgie bij borstkanker te concentreren in erkende coördinerende borstklinieken met een voldoende hoog activiteitenvolume. In de Belgische kankerbarometer die in 2021 werd voorgesteld, hield Stichting tegen Kanker al een pleidooi voor de wettelijke erkenning van borstklinieken en kankerspecifieke referentiecentra en expertisecentra. Elk van de meer dan 10.000 patiënten die jaarlijks de diagnose borstkanker krijgt, moet kwaliteitsvolle zorg krijgen van een multidisciplinair team mét ervaring. Het kan niet langer zo zijn dat overlevingskansen afhangen van het centrum waarin ze terecht komen, stelt de Stichting tegen Kanker.
Het KCE bepleit een verdere reorganisatie van het zorgaanbod. Daarbij moet men zorgen voor een gezond evenwicht tussen kwaliteit van de zorg enerzijds en regionale beschikbaarheid en toegankelijkheid anderzijds. Het KCE benadrukt in zijn aanbevelingen ook dat het voor patiënten, huisartsen en andere zorgverleners duidelijk moet zijn welke centra wettelijk erkend zijn als borstkliniek en welke niet.
“We moeten de expertise van de cruciale fasen van de behandeling concentreren in erkende borstklinieken”, vindt minister Frank Vandenbroucke van Sociale Zaken en Volksgezondheid. “Ziekenhuizen die niet erkend zijn als borstkliniek zullen geen borstkankerbehandelingsplan meer kunnen opstellen en dus ook niet meer kunnen diagnosticeren en opereren. We zullen onmiddellijk actie ondernemen door deze stadia van borstkankerbehandeling buiten de erkende borstklinieken niet meer te vergoeden.” De minister benadrukt wel dat vervolgbehandelingen zoals chemotherapie of radiotherapie niet onder deze maatregel vallen en elders, in samenwerking met erkende borstklinieken, kunnen worden verdergezet.
Naast de 72 erkende borstklinieken zijn er in België tal van ziekenhuizen die zichzelf omschrijven als borstkliniek zonder dat ze een erkenning op zak hebben. Vandenbroucke stoort zich daar enorm aan, en wil paal en perk stellen aan de praktijken van deze klinieken. Zo geven sommige ervan via hun website foutieve informatie en wekken zo de indruk een erkende borstkliniek te zijn. Het probleem met deze niet-erkende borstklinieken is dat ze te weinig diagnoses stellen per jaar en daardoor onvoldoende expertise opbouwen. Daarnaast missen ze ook vaak de (para)medische omkadering die de erkende coördinerende borstklinieken wel voorzien, zoals de aanwezigheid van gespecialiseerde borstverpleegkundigen en psychologische ondersteuning.
Vandenbroucke: “Meer dan 10.000 patiënten (ook mannen) die jaarlijks in ons land de diagnose borstkanker krijgen, moeten de garantie hebben dat ze de allerbeste zorg krijgen van een multidisciplinair team met ervaring.” Hij kondigt aan een actieplan uit te gaan werken met diverse maatregelen die inspelen op de verschillende aanbevelingen van het KCE. “We nemen alle aanbevelingen van het Kenniscentrum ter harte. Wat we zien in borstkankerzorg, signaleert overigens een breder probleem met betrekking tot de wijze waarop de noodzakelijke concentratie van gespecialiseerde gezondheidszorg tot stand komt.”
Vandenbroucke vraagt ook de hulp van de artsen die mensen doorverwijzen naar behandelcentra. Het is aan de arts om de patiënt bij te staan in de keuze voor een erkend centrum. “Ik wil hier echt een beroep doen op de ethiek van de doorverwijzende arts”, zegt Vandenbroucke. “Mijn boodschap is duidelijk: kies altijd voor een ziekenhuis op de lijst als je de diagnose van borstkanker krijgt. En is dat ziekenhuis niet in deze lijst opgenomen, dat is het geen erkende borstkliniek en raden we je ten stelligste af om je tot dat ziekenhuis te richten voor borstkankerzorg. De deelstaten wil ik dan weer oproepen om de bestaande erkenningsnormen op te volgen en te controleren en de erkenning in te trekken als aan de voorwaarden niet is voldaan.”
Momenteel kent België 72 erkende borstklinieken: 51 coördinerende borstklinieken en 21 satellietklinieken. De volumenormen waaraan een erkende ‘borstkliniek’ moet voldoen, zijn minutieus vastgelegd, precies omdat ze zo’n bijzondere expertise vragen. Zo bepalen die normen een minimumaantal diagnoses van 125 per jaar voor coördinerende borstklinieken, maar ook de inzetbaarheid van een multidisciplinair team (onder wie minimaal 1 VTE borstverpleegkundige en minimum 0,5 VTE psycholoog). Voor satellietziekenhuizen gaat het om minimaal 60 diagnoses per jaar. Het bepalen van die kwaliteitsnormen is een federale bevoegdheid. De concrete erkenning van de centra die aan de normen moeten voldoen, is een bevoegdheid van de deelstaten. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het opvolgen of de centra aan de erkenningsvereisten blijven voldoen.
Uit het rapport van het KCE blijkt dat ook dat het volume erg bepalend is voor de overlevingskansen. Zo is het risico om aan borstkanker te overlijden 44% hoger voor vrouwen met invasieve borstkanker behandeld in een centrum met een laag volume (d.i. minder dan 60 nieuwe diagnoses per jaar) en 30% hoger voor vrouwen behandeld in een centrum met een gemiddeld volume (60-124 nieuwe diagnoses per jaar), vergeleken met centra met een hoog volume (125 diagnoses per jaar). Zowel expertise als een groot volume aan borstkankerbehandelingen zijn dus cruciaal voor je overlevingskansen.
Vandenbroucke: “Ik begin meteen aan een hervorming van de regelgeving, zodat de samenwerking tussen coördinerende ziekenhuizen en satellietziekenhuizen anders en beter wordt. De coördinerende ziekenhuizen zullen als enige ziekenhuizen nog campussen hebben waar een individueel behandelplan voor borstkanker wordt opgesteld en waar ook de operatie plaatsvindt. Een satellietziekenhuis zal in de toekomst inzetten op de opvolging van de behandeling zoals bestraling en chemotherapie. Nabije zorg waar mogelijk, gespecialiseerde zorg waar nodig: daar gaat het om. En elke ziekenhuiscampus die geen erkenning heeft, zou in de toekomst een samenwerking moeten afsluiten met een erkende borstkliniek. Zo’n hervorming vraagt altijd tijd, maar ik start ze nu op.”
Meer informatie
Klik hier voor de lijst van erkende borstklinieken.
.