Nieuwe communicatietraining voor medewerkers in de palliatieve zorg in ontwikkeling

december 2023 Uitgelicht Diede Smeets

In het UZ Leuven wordt een nieuwe communicatietraining ontwikkeld voor verpleegkundigen en andere zorgverleners. Het project is nog in de beginfase en wordt financieel ondersteund door Stichting tegen Kanker. Inge Bossuyt is verpleegkundig specialist palliatieve zorg in het UZ Leuven en is betrokken bij het project. In dit artikel licht zij toe waarom een nieuwe communicatietraining nodig is en hoe het project eruit zal komen te zien.

Patiënten met ongeneeslijke kanker hebben geregeld een te beperkt zicht op hun ziekte, behandelingsmogelijkheden en de daaraan aanverwante risico’s. De zorgmedewerkers die verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van deze informatie hebben het idee dat ze onvoldoende communicatievaardigheden aangeleerd hebben gekregen om dit soort gesprekken te voeren met palliatieve patiënten. Om verpleegkundigen en andere zorgverleners hierbij te ondersteunen wordt in het UZ Leuven momenteel een communicatietraining ontwikkeld. De training zal bestaan uit een online platform, waarop deelnemers informatie kunnen inwinnen en deze nieuw opgedane kennis op een interactieve wijze kunnen toepassen. Inge Bossuyt weet als verpleegkundig specialist palliatieve zorg goed tegen welke moeilijkheden haar collega’s aanlopen tijdens hun werk met patiënten met ongeneeslijke kanker.

Welke rol is weggelegd voor (oncologie)verpleegkundigen in de communicatie met kankerpatiënten in een niet-curatief stadium?

“Ze hebben een erg grote rol, dat is heel duidelijk. Communicatie is eigenlijk teamwork en in de oncologie wordt veel interdisciplinair gewerkt. Verpleegkundigen zijn goed in communicatie en nemen die belangrijke rol ook op zich, waardoor ze actief betrokken zijn bij de gesprekken met de patiënt. Ze kennen de patiënt vaak beter dan de arts en weten daardoor wat belangrijk is voor de patiënt. Tegen de verpleegkundige durven de patiënten vaak écht te zeggen wat ze voelen of hoe ze naar een therapie kijken. Naar de arts zijn ze soms iets terughoudender, omdat ze bang zijn dat wat ze zeggen direct implicaties zal hebben op de behandeling. Zo kan een patiënt terughoudend zijn om bepaalde nevenwerkingen van een behandeling te delen met de arts, omdat hij schrik heeft dat de dosis verlaagd zal worden of de behandeling zal worden stopgezet. Als hulpverlener is het belangrijk om op dat moment vooral gewoon naar de patiënt te luisteren en naar die angst te peilen. Zo kom je erachter wat patiënten eigenlijk willen en hoe ze naar hun zorg kijken.”

Tegen welke obstakels lopen verpleegkundigen aan bij de communicatie met patiënten in de palliatieve zorg?

“Er zijn heel wat obstakels, welke zowel bij de patiënt, de organisatie van de zorg, onze cultuur en de verpleegkundige kunnen liggen. Soms zijn patiënten bijvoorbeeld heel jong of hebben ze een andere cultuur, waarin anders tegen zorg wordt aangekeken. Bij bepaalde patiënten kan de communicatie bemoeilijkt worden doordat ouders of naasten aangeven dat bepaalde onderwerpen niet besproken mogen worden. Daarnaast kunnen de patiënten en hun naasten soms onrealistische verwachtingen hebben, wat de communicatie ook bemoeilijkt. Ook hoe de zorg georganiseerd is kan tot obstakels leiden. Het is niet altijd mogelijk voor de verpleegkundige om aanwezig te zijn bij de gesprekken tussen de arts en patiënt, ofwel door tijdsgebrek of doordat de arts de verpleegkundige niet vraagt om mee te gaan. Tot slot kunnen er ook bij de verpleegkundige zelf obstakels zijn. Zeker op de afdeling oncologie is het werk soms echt wel heftig. Soms durven verpleegkundigen het gesprek niet aan te gaan omdat geen ruimte (zowel in tijd als innerlijke ruimte) hebben om de emoties van de patiënt of zijn naasten op te vangen. Daarnaast hebben mensen soms een persoonlijke ervaring opgedaan waardoor ze het moeilijk vinden om over een bepaald onderwerp te spreken. Sommige verpleegkundigen vinden het moeilijk om met de emoties die bij de patiënt opkomen om te gaan. In de opleiding voor verpleegkundigen wordt tegenwoordig ook meer aandacht besteed aan communicatie met de patiënt. Het in de praktijk brengen van de theorie blijkt soms nog wel uitdagend voor verpleegkundigen. Wanneer er binnen het team de visie leeft dat communicatie belangrijk is en hier tijd voor vrijgemaakt moet worden, helpt dit bij het verkrijgen van een open communicatiecultuur binnen de dienst. De meeste verpleegkundigen zien echt wel een meerwaarde in deze soort communicatie. Uiteindelijk leert men door in gesprek te gaan met de patiënt hoe je dat het beste kunt doen. Je patiënt is je beste leermeester.”

Welk effect hebben deze obstakels uiteindelijk op de patiënten?

“We willen de zorg die we geven zo veel mogelijk afstemmen op wat de patiënt en naasten willen. Als we geen goede communicatie voeren, dan is onze zorg minder afgestemd en wordt minder goede zorg gegeven. De kwaliteit van de zorg neemt dan af omdat we geen open gesprek voeren met de patiënt. Afgestemde zorg is steeds meer een noodzaak. Vroeger hadden we geen of misschien één therapeutische optie en was er dus niet veel wat afgestemd hoefde te worden. Nu is er zo veel mogelijk, maar niet elke patiënt is bereid om even ver te gaan met de behandeling. Voor de ene patiënt is het belangrijk om thuis te zijn en is kwaliteit van leven behouden belangrijker dan extra tijd winnen. Andere patiënten kunnen elke extra gewonnen dag heel belangrijk vinden, bijvoorbeeld omdat ze jonge kinderen hebben. Die patiënten zullen veel verder willen gaan met behandelen. Dat moet in onze gesprekken met de patiënt open worden besproken zodat we weten wat belangrijk is voor de patiënt. Als we dit gesprek niet voeren verliezen we eigenlijk de mogelijkheid tot deze afstemming en goede zorg.”

U bent betrokken bij een project van het UZ Leuven waarin een communicatietraining wordt ontwikkeld voor zorgmedewerkers in de palliatieve kankerzorg. Wat is het doel van het project?

“Het verbeteren van de patiëntenzorg door meer persoonsgerichte zorg te geven die afgestemd is op de wensen en waarden van de patiënt. Wij denken dat communicatie daar een heel belangrijke rol in speelt. Er zijn verschillende manieren om die communicatie te verbeteren. Daarom denken we dat het ook goed is dat mensen vanuit een interactieve online module kunnen gaan oefenen. Wij willen een training aanbieden in de vorm van een groeiplatform dat zal bestaan uit meerdere theoretische modules en een interactieve game. Vervolgens kunnen ze deze kennis in de praktijk toe gaan passen.”

Hoe zal de training eruit komen te zien?

“De leermodules zijn theoretisch, maar op een interactieve manier. In de interactieve game kan je op een veilige en speelse manier je vaardigheden oefenen. Door de ingebouwde tijdsdruk moet je intuïtieve keuzes maken. Deze keuzes bepalen hoe het verhaal in het spel vordert. In totaal zal er voor ongeveer 45 minuten aan leertijd worden voorzien. Op dit moment is er een bevraging gelanceerd in het UZ Leuven onder meer dan 5.000 medewerkers, waarin gevraagd wordt tegen welke barrières ze aanlopen, wat hun noden zijn en wat ze als helpend ervaren. Op basis daarvan zal de training ontwikkeld worden. In eerste instantie zal de training alleen voor medewerkers van het UZ Leuven zijn, maar het is de bedoeling om nadien de beschikbaarheid uit te breiden. De training wordt beschikbaar voor alle hulpverleners, dus naast verpleegkundigen kunnen bijvoorbeeld ook sociaal werkers en artsen de training volgen. Omdat communicatie interdisciplinair is en niet alleen afhankelijk van de verpleegkundige en arts willen we veel verschillende mensen de kans geven om de training te volgen.”

Hoe kan de training de zorg voor de patiënt gaan verbeteren?

“Door in gesprek te gaan met de patiënt over wat hij/zij belangrijk vindt, kunnen we onze zorg beter afstemmen. Vroegtijdige zorgplanning en tijdig spreken met de patiënt gebeuren nog te weinig. We hebben vaak de neiging om te wachten tot er zich problemen voordoen. In crisissituaties worden dan beslissingen genomen die soms haaks staan op wat kwaliteitsvolle zorg voor de patiënt betekent, omdat we het nooit besproken hebben. Uiteindelijk is ons doel om persoonsgerichte zorg te leveren: zorg die is afgestemd op de persoon die patiënt is geworden.”

De ontwikkeling van deze communicatietraining maakt deel uit van het doctoraatsproject van oncoloog en palliatief arts dr. Kathleen Forceville en bevindt zich momenteel in de beginfase.