Patiënten met prostaatkanker bij wie de tumor klein en weinig agressief is, kiezen samen met hun behandelend arts en verpleegkundig specialist steeds vaker voor een afwachtend beleid (‘active surveillance’).1 Ondanks de voordelen van deze aanpak, moet een aanzienlijk deel van de patiënten die actief gevolgd worden uiteindelijk een definitieve behandeling, zoals een operatie of bestraling, ondergaan vanwege ziekteprogressie.
Er zijn aanwijzingen dat overgewicht en obesitas gerelateerd zijn aan een verhoogd risico op ziekteprogressie bij prostaatkanker.2 Mensen met overgewicht of obesitas zijn minder gevoelig voor lichaamseigen insuline, waardoor de opname van glucose uit het bloed afneemt. Het is bekend dat insuline en glucose een belangrijke rol spelen in de groei van tumorcellen en dat prostaatkankercellen overexpressie van insulinereceptoren vertonen.3
Bij patiënten met prostaatkanker die tevens overgewicht of obesitas hebben en die actief gevolgd worden, gaat gewichtsverlies mogelijk gepaard met een verbetering in de bloedwaarden van biomarkers voor glucoseregulatie die gerelateerd zijn aan progressie van prostaatkanker. Dit werd nader onderzocht in de Prostate Cancer Active Lifestyle Study (PALS).4
PALS was een gerandomiseerd onderzoek dat is uitgevoerd in de VS.4 Mannen met prostaatkanker (graad-groep 1 of 2, stadium ≤T2a en PSA-waarde <20 ng/ml) en overgewicht of obesitas (BMI ≥25 kg/m2) bij wie een afwachtend beleid werd gevoerd, werden gerandomiseerd tussen de interventie- of de controlegroep. De interventie bestond uit een individueel dieet- en bewegingsprogramma gedurende 6 maanden. Deelnemers in de controlegroep volgden eenmalig een bijeenkomst waarin de Amerikaanse richtlijn voor voeding en lichaamsbeweging werd besproken. De belangrijkste uitkomstmaat was de verandering in de bloedwaarden van biomarkers voor glucoseregulatie (nuchtere plasmaglucose, C-peptide, insuline, ‘insulin-like growth factor 1’ [IGF-1], ‘insulin-like growth factor-binding protein 3’ [IGFBP-3], adiponectine en ‘homeostasis model assessment’ [HOMA]) na 6 maanden.
In totaal voltooiden 100 van de 117 gerandomiseerde patiënten met prostaatkanker het onderzoek. Het percentage gewichtsverlies bedroeg gemiddeld 7,1% in de interventiegroep, tegenover 1,8% in de controlegroep (verschil [95%-BI]: -6,0 kg [-8,0 tot -4,0]). De gemiddelde procentuele verandering in de bloedwaarden van insuline (-23,0% vs. +6,9%), C-peptide (-16,0 vs. +7,5%) en de HOMA-index (-25,0% vs. +6,4%) was statistisch significant hoger in de interventiegroep, vergeleken met de controlegroep (alle p-waarden ≤0,003). Voor de overige biomarkers werden geen verschillen gevonden tussen beide groepen.
Een individueel dieet- en bewegingsprogramma leidt bij patiënten met prostaatkanker die tevens overgewicht of obesitas hebben en die actief gevolgd worden niet alleen tot gewichtsverlies, maar ook tot een verbetering in de bloedwaarden van diverse biomarkers voor glucoseregulatie die gerelateerd zijn aan progressie van prostaatkanker.
Referenties